Printtechnieken

FDM

Fused Deposition Modeling of "draadprinten"

Bij FDM printen (soms ook FFF genoemd - Fused Filament Fabrication) wordt een draad (filament) gesmolten en in laagjes op elkaar gelegd. Over de lagen heen wordt zo het 3D object gevormd.

De belangrijkste kenmerken van deze technologie zijn:

Het is meestal de goedkoopste en snelste oplossing.

Ideaal voor behuizingen en stukken met recht opstaande wanden.

Ideaal voor seriewerk van allerhande onderdelen waarbij de oppervlakte afwerking minder belangrijk is.

De printlijnen zijn zichtbaar. De mate van zichtbaarheid hangt af van de geometrie van het stuk, de laagdikte en de oriëntatie op de printplaat.

Er is support nodig om overhangende delen te ondersteunen tijdens het printen. Dit resulteert in een ruwer oppervlak aan de onderkant van de print.

Laagdikte: 0.1 tot 0.3 mm (en eventueel tot 0.6 mm voor grote onderdelen die een ruwer uitzicht mogen hebben)

Meestal hol geprint, met een interne rasterstructuur voor de sterkte

Maatnauwkeurigheid: ± 0.5% met een onderlimiet van ± 0.5 mm

FDM Materialen

SLA

Stereolitografie of “vloeistofprinten”

SLA Materialen

Bij SLA printen wordt een vloeibare epoxy hars met een UV laser uitgehard aan het oppervlak van het vloeistofbad tegen het printbed. Per laag gaat het printbed omhoog en wordt een nieuwe laag uitgehard tegen het stuk, om zo het hele object te vormen dat finaal ondersteboven aan het printbed hangt.

De belangrijkste kenmerken van deze technologie zijn:

Geeft een glad oppervlak. Er zijn bijna geen printlijnen zichtbaar behalve bij flauw gebogen vlakken.

Ideaal voor visuele onderdelen met kleine details.

Levert waterdichte stukken op.

Er is support nodig om overhangende delen te ondersteunen tijdens het printen. De support restanten kunnen meestal heel goed verwijderd worden zodat het oppervlak glad blijft.

Laagdikte: 0.05 tot 0.1 mm (en 0.3 mm voor Draft resin).

Maatnauwkeurigheid: ± 0.5% met een onderlimiet van ± 0.15 mm

SLS

Selective Laser Sintering of “poederbed printen"

Bij SLS printen smelt een sterke laser poederdeeltjes plaatselijk aan elkaar. Dit doet hij laag op laag, om zo een object op te bouwen.

Het oppervlak is licht korrelig.

De printlijnen zijn minder zichtbaar dan bij FDM maar meer dan bij SLA, vooral bij flauw gebogen vlakken en afhankelijk van de printrichting.

Ideaal voor complexe stukken met inwendige holtes.

Er is geen support nodig voor overhangende delen tijdens het printen omdat het niet gesmolten poeder rond het object voor ondersteuning zorgt. Daardoor is er ook geen sprake van support marks.

Laagdikte: 0.08 tot 0.12 mm

Maatnauwkeurigheid: ± 0.3% met een onderlimiet van ± 0.3 mm

SLS Materialen

Andere technieken

Buiten de hierboven omschreven, meest gebruikte printtechnieken zijn er nog verschillende andere productietechnieken waar wij af en toe gebruik van maken, afhankelijk van de noden van een project.

Metaal printen (in RVS, aluminium of titanium)

Full colour printing (in zandsteen of kunststof)

Vacuüm gieten (in PU, TPU of epoxy; hiervoor maken we eerst een 3D-geprinte mal of een silicone mal; geschikt voor kleine reeksen of voor de (re)productie van kunstwerken)